Het verhaal van een slechthorende en slechtziende Haarlemmer.
Peter Bakker (51), ambassadeur Toegankelijkheid, vertelt over leven in coronatijd als slechthorende en slechtziende. Peter heeft het Syndroom van Usher; hij is slechthorend geboren. Rond zijn vijftiende gingen zijn ogen achteruit. “Toen moest mijn brommer maar aan de kant; dat werd gevaarlijk”, vertelt Peter lachend. Langzaam maar zeker verslechterd zijn zicht. Hoe ervaart Peter de coronatijd?
Peter werkt als systeembeheerder bij UvA. Normaal gesproken reist hij naar Amsterdam met een chauffeur. Het kost namelijk veel energie om alles te kunnen horen en zien in het OV. Tien jaar geleden lukte het reizen via OV nog wel: “Rook ik rookworst, dan wist ik: ik ben bij de HEMA. Zo bepaalde ik met andere input waar ik was. Nu het metrostation in Amsterdam is vernieuwd, snap ik er geen bal meer van. Met mijn kokerblik zie je maar acht tot tien procent; dan moet je constant rondkijken waar je bent.”
Wat is in deze tijd anders in je leven dan normaal?
“Ik werk nu ook vanuit huis. Op werk kon ik nog een wandeling met collega’s maken. Of samen een patatje halen; dan kwam je nog eens ergens op een ontspannen manier. Nu ben ik aan huis gekluisterd. Boodschappen doen? Daar begin ik niet meer aan. Je mag niet met z’n tweeën naar binnen en ik heb iemand naast me nodig voor begeleiding.
De terrassen zijn weer open. Terrashouders mogen meer ruimte gebruiken. Alleen: dit kruist het gewoonlijke pad van slechtzienden. Onze gewende route wordt anders. Het wordt een uitdaging om een ander pad te vinden. Het is fijn dat terrassen open zijn voor Haarlemmers, maar het is voor slechtzienden nu lastig om van A naar B te komen. De Botermarkt was bijvoorbeeld eerst voor de helft vrij om te lopen, maar nu heb ik geen idee hoe ik daardoorheen kom. Veel issues worden versterkt door corona. Al zou ik willen terrassen en het pad vinden, dan kost het nog meer energie om door die massa een wc te vinden. Daarnaast liep ik vroeger hard met een buddy. Die was met mij verbonden door een band en vertelde me als er een hobbel aan kwam. Nu is dat stopgezet, want we kunnen geen anderhalve meter afstand houden. Ook is het lastig als slechthorende om mensen te verstaan op anderhalve meter afstand. Eigenlijk lever je zelfstandigheid, zelfredzaamheid en vrijheid in tijdens coronatijd.”
Hoe ervaar je deze tijd?
“Ik laat het een beetje over me heen komen. Ik ga er niet depressief van worden. Het zal wel een keer overgaan. Later praten we erover: ‘Weet je nog? Die coronatijd?’ En ik heb het geluk van een goede thuisbasis. Dat scheelt een hoop. Als je geen harmonieuze thuissituatie hebt, zal het veel vervelender zijn.”
Heb je tips voor professionals van gemeente Haarlem en de stad rondom inwoners met een beperking?
“Het allerbelangrijkste is: denk bij het begin van je plan ook aan mensen met een beperking. Ik heb bijvoorbeeld net het plan gelezen over de herindeling van het Stationsplein. Ik was blij verrast! Er staat duidelijk in dat het ook voor visueel ‘gehandicapte’ personen een leuke plek moet zijn. Dat is goed. Denk niet bij je plannen: ‘O ja, we moeten ook nog wat doen voor mensen met een beperking’; alsof het een afvinklijstje is. Als je vooraf al rekening houdt met mensen met een beperking, ben je ook efficiënter bezig. Het kost veel meer geld om een uitgevoerd plan achteraf aan te passen. Mijn boodschap: we zijn geen afvinklijst. We zijn degene waar je het eerst aan moet denken bij je plan. Wees realistisch en houd rekening.”
Wat zijn mooie momenten in deze tijd?
“Ik ervaar meer betrokkenheid. Mensen vragen eerder hoe het met je gaat, bijvoorbeeld in mijn team. Je hebt toch eerder een persoonlijk gesprek als je met elkaar vanuit je woonkamer praat. Daarnaast realiseer ik me ook wat echt belangrijk is. Ik heb het thuis goed, dan overleef ik de rest wel. Ik waardeer dingen die ik wel heb en misschien eerder als vanzelfsprekend beschouwde.”
Heb je tips of suggesties om Haarlem toegankelijker te maken? We horen ze graag! Stuur een e-mail naar toegankelijk@haarlem.nl.