Vandaag gingen we in gesprek met Anthony. Anthony heeft Nemaline Myopathie, een spierziekte waarmee hij al jaren stabiel is. Maar ondanks zijn ambitie als grafisch ontwerper, bleek het vinden van werk een enorme uitdaging. ‘Niemand wilde me aannemen,’ vertelt hij. ‘Ik bleef solliciteren, maar zelfs met hulp van het UWV kwam ik niet verder dan banen buiten mijn vakgebied.’ Hoewel vrijwilligerswerk vaak een optie was, wilde Anthony meer: ‘Ik wil gewoon werken, net als iedereen.’
Een bijzonder sollicitatieproces
Zeven jaar geleden besloot Anthony op een ongebruikelijke manier werk te zoeken: hij plaatste een oproep op Facebook waarin hij zijn situatie beschreef en specifiek vroeg om een baan in Haarlem of omgeving. Wat hij niet had verwacht, gebeurde: zijn oproep ging viraal, niet alleen in Nederland, maar ook in België. Hij werd benaderd door het Haarlems Dagblad en 3FM, waar hij zijn verhaal mocht doen. ‘Het was echt een eyeopener voor mensen, zo van: waarom niet?’ vertelt hij. ‘Ik kreeg zóveel reacties dat ik moest kiezen waar ik wilde solliciteren.’ Uiteindelijk leverde dit Anthony een baan op in Alkmaar, waar hij nu, zeven jaar later, nog steeds met plezier werkt. Hier ontwikkelen ze het marketingportaal voor grote bedrijven.
Een positieve werkomgeving
Wat Anthony het meest verraste in het begin, was dat zijn collega’s hem niet raar aankeken, want dat was ‘wel altijd een dingetje’ in zijn dagelijkse leven. Het team van 14 werknemers was voor hem ook de voornaamste reden om deze baan te kiezen. ‘Het sprak me aan omdat ze jong waren. Ik ben een van de ouderen. En het zijn allemaal nerds net als ik.’
De sfeer op de werkvloer is daarom ook prettig. Anthony: ‘Het gaat heel goed. De bedrijfscultuur is prettig en heel open, je kan overal over praten.’ Het draait bij zijn werk vooral om plezier hebben, meer dan het behalen van resultaten: ‘Het belangrijkste ding bij ons is wel dat je met plezier naar je werk gaat. Als dat niet meer zo is, is het beter om te stoppen.’ Tegelijkertijd biedt het bedrijf ook voldoende leer- en doorgroeimogelijkheden.
Buiten het werk heeft Anthony ook een ideale omgeving gevonden, met dezelfde fijne sfeer en vriendschappen. Anthony: ‘Het is een hele veilige plek in Haarlem. Je kunt daar helemaal jezelf zijn, niemand is raar, iedereen is gelijk. Maakt niet uit wat je bent of wie je bent. Iedereen is welkom en dat sprak mij enorm aan. Het is nu echt mijn vaste netwerk.’
Een toegankelijke werkplek
Het ervaren of de werkplek toegankelijk genoeg was, begon al tijdens het sollicitatiegesprek. Pas toen Anthony bij het kantoor aankwam, realiseerde ze zich dat een lift noodzakelijk was. ‘Mijn manager wist niet eens of er een lift aanwezig was. Daar moest ik ook wel om lachen hoor, want dat vind ik ook wel weer komisch.’ Uiteindelijk bleek dat ze die al jaren hadden. ‘En een aangepaste WC hadden ze al, maar dat wisten ze ook niet.’ Daarnaast werden de dingen die voor Anthony eventueel misten sowieso door de werkgever gerealiseerd.
In het eerste halfjaar van zijn dienst merkte Anthony dat toegankelijkheid nog niet volledig was doorgedrongen bij zijn werkgever en collega’s, ook buiten de werkvloer. Zo was het bedrijfsfeest, dat kort na zijn start plaatsvond, niet volledig toegankelijk, hoewel hij wel meteen werd uitgenodigd. Anthony: ‘Natuurlijk niet wetende dat ik het team kwam versterken. Het gebeurt nu ook niet meer.’
Andere aanpassingen voor een toegankelijke werkplek had Anthony eigenlijk niet nodig. Zware deuren krijgt hij zelf open, zijn elektrische rolstoel past onder een regulier bureau en hij maakt geen gebruik van aangepaste muizen of toetsenborden. De werkgever besprak het wel als een optie. Anthony: ‘Maar toen heb ik ook gezegd daar is het UWV voor. Die kunnen daarbij helpen en die zijn daar ook echt voor.’
Een ander belangrijk aspect van een toegankelijke werkplek is een veilige werkplek. Op zijn eerste dag heeft Anthony met zijn werkgever een nieuw protocol opgesteld voor noodgevallen, zoals wanneer er brand uitbreekt. Niet iedereen is zich ervan bewust dat in zulke situaties de lift niet mag worden gebruikt, en voor mensen in een rolstoel of een andere mobiele wagen een alternatieve veiligheidsroute moet worden bedacht. Anthony: ‘We hebben laatst wel een oefening gehad, dat ging perfect. Maar het is straks wel een dingetje natuurlijk, als het echt nodig is. Mijn collega is sterk, maar eigenlijk kan iedereen mij optillen, want ik ben licht.’ Een belangrijk onderdeel van het protocol is dat Anthony dan zijn beademing moet loskoppelen en rechtstreeks naar zijn busje moet worden gebracht, omdat zijn reserve beademing daar ligt: ‘Naar beneden en naar mijn auto toe, that’s it.’
Vervoer en OV
Voor Anthony was het een vereiste dat zijn werk binnen een straal van 40 kilometer zou liggen, zodat hij er met zijn aangepast busje makkelijk heen kan. Het openbaar vervoer is daarin minder passend. Anthony: ‘Het OV is voor mij niet geschikt, de trein is amper te doen. Deze is of niet toegankelijk of de assistentie komt te laat. De trein wacht dan wel op je, maar dan ben jij de reden voor vertraging en dat wil je ook niet.’ Ook de toegankelijkheid van het station speelt een grote rol: ‘Áls de lift stuk is, wordt het helemaal lastig. Dat gebeurt ook heel vaak.’
De rol van UWV
Het is dus niet zonder reden dat Anthony al zo’n tien jaar geleden voor het laatst met de trein ging, maar het was voor hem dan ook mogelijk zijn rijbewijs te halen en uiteindelijk een aangepast busje te krijgen. UWV vergoedde hierbij een groot deel, maar daar hingen wel bepaalde voorwaarden aan. Uiteindelijk kwam het erop neer dat hij de bus alleen mocht gebruiken voor zijn werk, terwijl het hem ook alle vrijheid gaf om zijn dagelijkse leven te verrijken, zoals uitstapjes maken en op vakantie naar het buitenland gaan. Anthony betaalde dit gedeelte dus zelf.
Ook ontvangt hij sinds zijn 18e een Wajong-uitkering, maar hij werkt wel naar een volledige financiële onafhankelijkheid toe. Naarmate hij steeds wat meer salaris krijgt, neemt zijn uitkering af. Ook zijn werkgever had recht op een subsidie toen zij Anthony als ‘werknemer met een handicap’ in dienst nam, maar dit hebben ze nooit willen aanvragen: ‘was niet nodig, vonden ze onzinnig.’ Anthony is ook niet vaak ziek. Soms bouwt er slijm op in zijn longen en dan kan hij thuis werken. Écht ziek is hij maar zo’n één keer per jaar: ‘Maar ook dan, stel ik ben langer ziek, dan hoeven ze mij niet door te betalen. Dan doet het UWV dat. Maar zover komt het nooit bij mij.’
De enige valkuil is dat wanneer hij volledig uit de Wajong is, het UWV hem op die manier dan nog maar vijf jaar dekt. Anthony: ‘Maar ik kom wel altijd terug in een uitkering, omdat ik een handicap heb en dat is wel fijn.’ Het geeft Anthony dus voldoende zekerheid om volledig tot de banenmarkt toe te treden, wetende dat er voor hem een financieel vangnet zoals deze bestaat.
Uitdagingen en vooroordelen
Ook Anthony merkt dat er nog best vaak vooroordelen zijn over mensen met een handicap, en vooral online: ‘Er rust vaak een stigma op ons. Dat mensen denken dat wij minder doen en vaak ziek zijn, en zoveel dingen nodig hebben. Terwijl ik denk, dat is helemaal niet waar.’
Ook ziet hij dat mensen met een handicap echt wel meer willen werken dan mensen zónder een beperking denken. Anthony: ‘Heel veel mensen hebben een verkeerde visie op het gebied van werk. Want wij willen heel graag werken, maar mensen vinden het eng om ons aan te nemen. Waarom zouden wij minder of niet moeten werken omdat we een handicap hebben? We willen net zoveel werken als een ander.’
Ook als werknemer met een handicap zelf ervaart hij die vooroordelen nog weleens op straat. Anthony: ‘Als ik bijvoorbeeld iemand op straat tegenkom en ik zeg dat ik in Alkmaar werk, dan is de eerste reactie ‘Oh, vrijwillig?’ en dan denk ik, hoezo denk jij dat?’ Voor Anthony een tegenstrijdig iets: ‘Want aan de ene kant moeten we werken van iedereen, maar dan werken we, doen we het weer niet goed genoeg. En dat zie je steeds meer.’ Daardoor merkt Anthony dat het mensen met een handicap ook af kan schrikken om werk te zoeken: ‘en dat is wel een beetje jammer, want niet iedereen durft via social media te vragen om een baan zoals ik heb gedaan.’
Uitsmijter
Voor Anthony is de boodschap voor de Week van Toegankelijkheid dan ook luid en duidelijk: ‘minder oordelen over de handicap van mensen! Ga met ze in gesprek en nodig ze uit. Oplossingen zijn er altijd wel, ook via het UWV.’